Wat is cryotherapie?

Cryotherapie is een elegante behandeling voor kleine huidprobleempjes zoals het verwijderen van wratjes en kleine goedaardige huidletsels. In vergelijking met het chirurgisch verwijderen van huidletsels geeft cryotherapie een beter esthetisch resultaat.

Wanneer huidletsels chirurgisch worden verwijderd dan wordt er gesneden doorheen alle lagen van de huid en dat veroorzaakt een blijvend litteken nadien. Cryotherapie daarentegen berust op weefseldestructie van enkel de bovenste lagen van de huid. Het weefsel dat dood gemaakt is, wordt van onderuit vervangen door nieuw weefsel.

Na de cryotherapie is eerst de behandelde huid wat rood. Nadien vormt er zich meestal een korstje dood weefsel. Dit valt eraf na 2 tot 3 weken en dan zie je de nieuw gevormde huid. Met het afvallen van het stukje huid verdwijnt ook het huidletseltje waar je vanaf wou. De nieuwe huid is aanvankelijk wat anders van kleur dan de huid rondom (hypopigmentatie). Mettertijd tijd trekt dit kleurverschil bij. Net zoals bij een brandwonde bescherm je in de zomer dit nieuwe stukje huid best wel tegen de zon.

Cryotherapie wordt uitgevoerd door middel van een speciaal instrument, de cryopen. Distikstofoxide bevriest ongeveer 3 mm van de bovenste laag van de huid tot een absolute maximale diepte van 5 mm aan een temperatuur van -89°C. Naargelang welke kop er op de cryopen geplaatst staat wordt ofwel de ‘spray methode’ ofwel de ‘direct contact methode’ toegepast. Het eerste contact van de distikstofoxide met de huid kan een prikkend gevoel geven maar verdwijnt praktisch onmiddellijk. Voor gevoelige mensen of jonge kinderen kan verdovende huidcrème aangebracht worden 30 min voor aanvang, maar voor de meeste patiënten is dit niet nodig. Door de hendel van de cryopen met één vinger te gebruiken kan pulserend gedoseerd en zeer nauwkeurig gewerkt worden. Hoelang het letsel wit moet gehouden worden, met welke kop er gewerkt moet worden en in welke frequentie gepulseerd hangt allemaal af van de dikte van de huid en de veronderstelde diepte van het letsel.  Deze inschatting vraagt enige ervaring. Diepe voetwratten of iets grotere huidletsels moeten sowieso meerdere keren behandeld worden, telkens met 2 tot 4 weken tussen de behandelingen. Immers, de dode huid moet eerst verwijderd zijn vooraleer de volgende sessie gedaan kan worden. Op die manier kan de behandeling een stukje dieper in de huid uitgevoerd worden.

In vergelijking met de oude cryo methode (de methode met wattenstaafjes en een fles met vloeibaar stikstof op -196 °C) biedt de behandeling met de cryopen duidelijk voordelen. Een wattenstaafje is immers niet nauwkeurig en ook niet doseerbaar. Doordat teveel huid rondom het letsel mee bevroren wordt kan dit soms best pijnlijk zijn. Het is gekend dat vloeibaar stikstof soms littekens kan geven als de vriestijd te lang geweest was.

Er zijn verschillende cryopennen op de markt. De pen die ik gebruik is een professionele pen, gemaakt in Onsala, Zweden. Ik ben zelf naar Onsala geweest om te leren hoe de pen op een correcte manier te gebruiken.

Wat kan je behandelen met cryotherapie?

Er kunnen heel wat huidprobleempjes behandeld worden met cryotherapie zoals:

De gewone wrat of hand- en voetwrat (verruca vulgaris of verruca palmaris en verruca plantaris)

Wratjes zijn goedaardige plaatselijke verdikkingen van de huid, veroorzaakt door een infectie van de onderste huidlaag met een wratvirus, het humaan papillomavirus of HPV, het merendeel HPV  subtype 27, 57, 2 of 1.

Handwratjes  zijn bloemkoolachtige verhevenheden in de huid. Ze voelen wat harder en ruwer (verrukeus) aan dan de omliggende huid.

Voetwratten liggen vaak in de omliggende huid ingezonken. Je herkent ze aan de onderbroken huidlijnen. In de wrat zijn er zwarte puntjes te zien. Dit zijn gesprongen kleine bloedvaatjes. Soms kan het nodig zijn wat eelt af te schrapen om de wrat duidelijker te zien. Voetwratten kunnen zich soms zo verspreiden dat ze mozaïekwratten worden.

Wratten in het gelaat zijn soms draadvormig (filiform) maar kunnen net als wratten op de romp eerder vlak zijn.

Hoe de besmetting gebeurt is niet met zekerheid geweten. Er wordt verondersteld dat de besmetting gebeurt via een klein wondje in de huid, mogelijks door contact met besmette huid of besmette voorwerpen.

Niet iedere besmetting resulteert in het ontstaan van een wrat. Dit is ook afhankelijk van de immuniteit van de besmette persoon. Waarom sommige mensen wel en anderen geen wratten ontwikkelen is nog niet geweten. Evenmin is geweten waarom bij sommige mensen wratten na verloop van tijd soms spontaan weer verdwijnen en dit bij anderen niet gebeurt. Als hand- of voetwratten zich erg snel verspreiden kan dit wijzen op een probleem van immuniteit en moet dit nader bekeken worden.

Wratgezwelletjes zijn goedaardig. Ze zijn niet gevaarlijk maar wel vervelend. Ze zijn niet mooi, ze zijn besmettelijk, verspreiden zich en kunnen soms ontsteken en hierdoor pijnlijk worden.

Behandeling kan op 2 verschillende manieren:

  • Er is de thuisbehandeling met een product op basis van salicylzuur. Het product moet stipt iedere avond opnieuw aangebracht wordt gedurende 2 tot 3 maanden tot de wrat verdwenen is. Vóór het aanbrengen moet de verweekte huid eerst zorgvuldig verwijderd worden. Salicylzuur is een zuur en geeft een branderig gevoel bij het aanbrengen. De behandeling is dus lang en tijdsintensief en de vele plakkers die nodig zijn kunnen huidirritatie geven. Een klein flesje salicylzuur kost al gauw 8 euro en wordt niet terugbetaald door je ziekenfonds.
  • Er is de behandeling bij de huisarts door middel van cryotherapie. Cryotherapie wordt wel door je ziekenfonds terugbetaald.

Eeltpit, likdoorn, ‘eksteroog’ (clavus)

Huid die veel te verduren krijgt verdedigt zich door dikker te worden. Deze hoornlaagverdikking wordt eelt genoemd. Ben je je huis aan het verbouwen dan krijg je al eens te maken met eelt op je handen.

Eelt op je voeten is meestal te wijten aan te hoge plaatselijke druk door te nauwe schoenen of te hoge hakken. Eelt wordt ook veroorzaakt door standafwijkingen van voeten of tenen.  Plaatselijk kan die verdikte huid onder invloed van de te hoge plaatselijke druk naar binnen groeien. Dit ingegroeid eelt wordt eeltpit, likdoorn of clavus, in de volksmond ‘eksteroog’ genoemd. Het kan erg pijnlijk zijn.

Soms is het verschil met een voetwrat moeilijk te zien. Door eelt te verwijderen komen bij voetwratten de karakteristieke zwarte puntjes tevoorschijn. Bij likdoorns zal de eeltpit zichtbaar worden. Eelt op de voeten wordt verwijderd door een pedicure. De pedicure zal doorverwijzen naar je huisarts indien de eeltpit te diep zit, indien er een voetwrat of infectie tevoorschijn komt.

Een eeltpit kan na de pedicure op 2 verschillende manieren verwijderd worden:

  • Ze kan er uitgesneden worden met een mesje. Er blijft dan een gat achter in de huid dat langzaam dicht groeit.
  • Ze kan behandeld worden met cryotherapie.

Parelwratjes (moluscum contagiosum)

Parelwratjes, ook waterwratjes genoemd, zijn stevige, parelachtige, glanzende, vleeskleurige knobbeltjes op de huid met een centrale inzinking.

Ze worden veroorzaakt door een huidinfectie met het Moluscum Contagiosum virus. Het Moluscum Contagiosum virus is een virus van het geslacht van de Moluscipoxvirussen, een onderverdeling van de Poxvirussen. Een ander geslacht van de Poxvirussen is het geslacht van de Orthopoxvirussen met als bekenste lid het Variola virus, de verwekker van de sinds 1980 wereldwijd uitgeroeide pokken. Verwar de pokken niet met de waterpokken, die worden door een Herpes virus veroorzaakt.

Parelwratjes zijn zeer besmettelijk. Besmetting gebeurt door huid op huid contact of door contact met besmette voorwerpen. Krabben en prutsen bevordert de verspreiding ervan, vandaar dat ze meestal in groepjes voorkomen en dat ze ook in de genitale regio kunnen voorkomen. Bij kinderen met eczeem kunnen parelwratjes zeer snel zéér talrijk worden en veroorzaken ze op hun beurt voor een verergering van het eczeem. Volwassenen hebben soms maar 1 letsel, maar soms ook heel veel ook over hun hele lichaam verspreid. Zeker bij immuunstoornissen is dit het geval, dan worden er letsels tot wel 2 cm in diameter groot gezien. Ze kunnen overal op het lichaam voorkomen, ook op het gelaat.

Parelwratjes kunnen spontaan verdwijnen na een jaar of twee, maar het kan ook een paar jaar langer duren. Bij een onderliggend immuunprobleem of bij het nemen van medicatie die de immuniteit onderdrukt hoef je op spontane genezing niet te rekenen en ondertussen is het erg besmettelijk. Besmetting binnen het gezin is bijna niet te voorkomen, zelfs niet als je de handdoeken, kleding en bedlinnen goed gescheiden houdt. Parelwratjes kunnen ontsteken en infecteren en dan ook blijvende littekens geven. Ze kunnen voor kinderen een bron van psychische belasting vormen.

Behandelen doe je dan ook best zo snel mogelijk, zeker als er al van in het begin meerdere parelwratjes tegelijk zichtbaar zijn, en zeker bij kinderen wanneer een kind gekend is met eczeem. Eczeem en parelwratjes moeten tegelijk behandeld worden waarbij het eczeem met een cortizone crème wordt behandeld. Bij bacteriële besmetting wordt eerst de infectie behandeld alvorens de parelwratjes worden behandeld. Bij oudere mensen moet gekeken worden of het parelwratje misschien geen huidkanker is. Als patiënten helemaal vol staan wordt best de immuniteit nagekeken. Soms wordt er dan besloten om af te wachten. Ook bij letsels in het gelaat kan dit een te verdedigen optie zijn.

Behandelen kan op 2 verschillende manieren:

  • Na applicatie van een huidverdovende zalf die een half uur op voorhand aangebracht werd kan men het centrale deel van de parelwrat ‘uitlepelen’. Het nadeel aan deze methode is dat ze kleine littekens kan geven.
  • Het behandelen met cryotherapie. Meestal moet je hiervoor meerdere keren terugkomen.

Een wonderoplossing voor parelwratjes is er niet. Te lang twijfelen doe je beter niet.

Genitale wratten (condylomata acuminata)

Genitale wratten worden behandeld door een dermatoloog, gynaecoloog of uroloog, niet door de huisarts. Het zijn bloemkoolachtige of platte vleeskleurige letsels die voorkomen op de huid rond de anus, rond de vagina, op de penis of op het scrotum. Ze kunnen zich ook op het slijmvlies in de vagina, in de anus of in de plasbuis bevinden.

Ze worden veroorzaakt door de types 6 en 11 van het Humaan Papilloma Virus (HPV). Dit zijn dus andere virusstammen dan deze die de hand- en voetwratten veroorzaken. De types virussen die hand- en voetwratten veroorzaken kunnen geen genitale wratten veroorzaken en omgekeerd veroorzaken de types die genitale wratten veroorzaken, enkel wratten in de genitale regio en niet elders op het lichaam. HPV is een virus met meer dan 100 verschillende types. Nog andere types van het HPV dan deze die wratten veroorzaken zijn kankerverwekkend en kunnen bij de vrouw baarmoederhalskanker veroorzaken (type 16 en 18 van het HPV zijn verantwoordelijk voor 70% van de baarmoederhalskankers) en bij de man peniskanker of kanker van de aars. Via orale seks veroorzaken ze ook keelkanker.

HPV is een zeer besmettelijk virus. Besmetting vindt meestal plaats via seksueel contact, maar niet altijd. Besmetting kan ook gebeuren door huid op huid contact en HPV kan ook overgebracht worden via de vingers of uitzonderlijk zelfs via besmette natte handdoeken of door te slapen in het beddengoed waar iemand met genitale wratten naakt in geslapen heeft. Hierdoor zien we soms genitale wratten bij jonge kinderen die verluierd worden. Condooms houden de besmetting niet tegen, omdat een condoom niet alle besmette huid kan bedekken. Er wordt geschat dat 80% van de volwassen bevolking ooit in zijn leven besmet is geraakt met een of ander type van HPV. Het is de meest verspreide SOA.

Niet iedereen die besmet raakt met HPV type 6 of 11 ontwikkelt genitale wratten (dit geldt ook voor de kankerverwekkende types van HPV, namelijk niet iedereen die besmet raakt ontwikkelt kanker). Indien wel, dan zien we ze verschijnen zo’n 8 weken tot 1 jaar na de besmetting. De grootte ervan varieert en ook de uitbreiding ervan. Bij patiënten met ook een HIV infectie kunnen ze erg groot worden en zeer snel uitbreiden, eventueel zelfs ontaarden in een plaveiselcelcarcinoma.

De diagnose van genitale wratten wordt gesteld door ze visueel te onderzoeken. Bij mannen die besmet zijn (en dus drager zijn van het virus) maar die geen wratten ontwikkelen, kan de diagnose tot nu toe niet gesteld worden. Voor hen bestaat er nog geen test. Voor vrouwen daarentegen, bestaat er wel een test. Bij het maken van het uitstrijkje kan er gevraagd worden om te testen of je besmet bent en met welk type van HPV (type 6 of 11 of een van de kankerverwekkende types). Deze test wordt vooralsnog niet terugbetaald en kost ongeveer 35 euro.

Vaccinatie is mogelijk. Zelfs als je positief test voor slechts één type van HPV kan het nog nuttig zijn je te laten vaccineren met Gardasil 9®. Momenteel zijn 9 verschillende types opgenomen in het vaccin. Ben je besmet met één hiervan, dan bescherm je je toch nog tegen de 8 andere types opgenomen in het vaccin. Nadeel is de hoge kosprijs van het vaccin (om en bij de 400 euro). Er is momenteel enkel terugbetaling voor Gardasil 9® voor meisjes tussen 12 en 18 die niet nog niet met Cervarix® of Gardasil 4® werden gevaccineerd. Ander nadeel is dat het vaccin niet beschermt tegen alle types van het HPV virus. Type 6 en 11 zijn verantwoordelijk voor waarschijnlijk 90% van alle genitale wratten. Buiten de vaccinatie kan je alleen proberen niet besmet te geraken door zo min mogelijk verschillende bedpartners te hebben. Het condoom beschermt niet tegen wratten die buiten het condoom zitten. Ook het vrouwencondoom dat groter van formaat is, kan toch nog onvoldoende beschermen.

Behandeling doe je best zo snel mogelijk om verspreiding van de wratjes over de gehele genitale streek te voorkomen. Behandelen kan op twee manieren. Ofwel door het aanbrengen van immunomodulerende crèmes gedurende enkele maanden ofwel door middel van cryotherapie, of door een combinatie van de twee. De behandeling kan erg teleurstellend zijn met steeds opnieuw terugkerende wratjes dewelke iedere keer opnieuw behandeld moeten worden. Soms kan wegsnijden van de wratjes onder verdoving van een ruggenprik nodig zijn.

Wat ook tot de behandeling behoort is je bedpartners van het afgelopen jaar inlichten. Dit kan je anoniem doen omdat niet iedereen die besmet is ook wratten krijgt en de ander het dus niet weet of hij besmet kan zijn. Maar ook dragers die zelf geen wratten vertonen kunnen het virus op hun beurt weer doorgeven. Seks vermijden met je huidige bedpartner heeft geen zin. Vooraleer de wratten zichtbaar zijn, heb je wellicht elkaar al lang besmet. Het immuunsysteem is meestal in staat om na enkele jaren het virus onder controle te krijgen, met verdwijning van de wratten tot gevolg. Maar helemaal weg uit je lichaam verdwijnt het virus wellicht nooit. Soms zie je ze na jaren ineens weer terug opduiken. Dit is geen bewijs van ontrouw van je bedpartner.

Ouderdoms pigmentvlekken (lentigo solaris)

Lentigo solaris, ook lentigo senilis genoemd, of ouderdomsvlekken, pigmentvlekken of levervlekken, zijn gekende goedaardige huidvlekken die ontstaan met de leeftijd in vooral de zonbeschadigde huid. Ze zijn egaal bruin gepigmenteerd, scherp, ovaal of grillig begrensd en vlak. Ze variëren van enkele millimeter tot enkele centimeter groot. Zo een vlek ontstaat wanneer de melanocyten die diep in de opperhuid liggen, teveel pigment aanmaken. De vlekken zijn egaal van kleur en goedaardig. Als ze toch grillig van kleur beginnen te worden moeten ze wel nagekeken worden om te zien of ze toch niet aan het ontaarden zijn. Bij twijfel wordt een biopsie genomen.

Behandeling van goedaardige ouderdomsvlekken die cosmetisch storend zijn kan eenvoudig door cryotherapie. De vlekken hebben echter wel de neiging om na een tijdje terug te verschijnen.

Aktinische keratose

Dit is een voorstadium van huidkanker door ontsporing van de celdeling van de keratinocyten (dit zijn de cellen die de opperhuid vormen). Aktinische keratose treedt op bij oudere mensen met zonbeschadigde huid. Als het niet behandeld wordt zal uiteindelijk huidkanker (spinocellulair carcinoom) optreden. Het is een plekje op de huid dat ruw aanvoelt, schilfert, een klein wondje wordt, en niet wil genezen.

Kleine letsels kunnen behandeld worden door cryotherapie (dus door destructie van het aangetaste weefsel). Meer uitgebreide letsels worden eerder behandeld door een cytostatische zalf  zoals bv. Efudix® zalf. Na de behandeling moet de huid blijvend regelmatig gecontroleerd worden. Bij twijfel is een biopsie nodig.

Ouderdomswratten (seborroïsche keratose)

Ouderdomswratten zijn in het begin vaak huidkleurig, geelbruin of grijsbruin met een ruw, vettig uitziend oppervlak. Ze worden om die reden ook vettige wratten genoemd. Later worden ze dikker en groter, en zien ze er meer hobbelig of brokkelig uit. Het lijkt alsof ze bovenop de huid liggen en makkelijk los te krabben zijn, maar ze zitten stevig vast op de huid. Ouderdomswratten kunnen reeds op 20 jarige leeftijd verschijnen. Op latere leeftijd heeft 90% van de mensen wel ergens ouderdomswratten op het gelaat, de hals, de romp of op de ledematen. Wat de oorzaak is, is niet gekend. Ze zijn goedaardig en niet besmettelijk. Een erfelijke factor lijkt mee te spelen.

Behandeling van cosmetisch storende kleine ouderdomswratten kan door cryotherapie. Grotere vragen curettage of elektrocauterisatie na lokale verdoving, of een behandeling met een CO2-laser.

Goedaardige bloedvatgezwelletjes

Kleine speldekop-grote goedaardige bloedvatgezwelletjes die cosmetisch storend zijn kunnen behandeld worden met cryotherapie.

Kleine huidaanhangsels of fibroompjes

Kleine huidaanhangsels kunnen behandeld worden met cryotherapie. Bij grotere diep in de huid gelegen huidfibromen lukt dit doorgaans niet meer. Daar werkt electrocoagulatie beter voor. Bij duidelijk gesteelde fibroompjes kan verwijderen door een steriel schaartje, in combinatie met cryotherapie.